Wolkenatlas

Deze wolkenatlas is een onderdeel van Weerstation Grave en is tevens rechtstreeks bereikbaar via het domein www.wolkenatlas.nl. Op onderstaande overzichtskaart staan de 10 meest voorkomende wolkensoorten weergegeven. Klik op een wolk om snel doorgelinkt te worden naar de verklarende tekst over de gekozen wolkensoort. Onder iedere wolkensoort treft u een “Meer over…”-knop aan, die u meer gedetailleerde uitleg over de betreffende wolkensoort zal geven.



CumulusStratocumulusAltocumulusCumulonimbusStratus
AltostratusNimbostratusCirrusCirrocumulusCirrostratus

WolkenclassificatieLenticularisShelf CloudRolwolk
Parelmoerwolk – MammatusLichtende Nachtwolken
Whale’s Mouth – WolkenloosAsperitasWolkenherkenningstools

Klik hier voor meer informatie over Cumulonimbus Klik hier voor meer informatie over Cumulus Klik hier voor meer informatie over Nimbostratus Klik hier voor meer informatie over Stratocumulus Klik hier voor meer informatie over Altocumulus Klik hier voor meer informatie over Cirrus Klik hier voor meer informatie over Cirrocumulus Klik hier voor meer informatie over Cirrostratus Klik hier voor meer informatie over Altostratus Klik hier voor meer informatie over Stratus

 


Cumulus (Cu):

cumulusDeze afzonderlijke wolken hebben vaak scherpe en duidelijke randen en ontwikkelen zich in verticale richting. De bovenkant van deze bewolking ziet er soms uit als een “bloemkool”; dit uiterlijk wordt veroorzaakt snelheidsverschillen tussen de stijgbewegingen in de wolk. Doordat cumuluswolken boven land in de meeste gevallen overdag ontstaan worden ze beschenen door de zon en zijn ze tegen een heldere achtergrond vaak verblindend wit. Daarentegen is de onderzijde donkerder doordat het zonlicht in de wolk verstrooid en geabsorbeerd wordt door de aanwezige waterdruppels. De hoogte waarop deze wolk voorkomt (en in de weerkunde gaat het dan over de wolkenbasis), is tussen het aardoppervlak en circa 2200 m. Soms heeft cumulus een wat meer gerafeld uiterlijk, bijvoorbeeld doordat er wat meer wind aanwezig is op de hoogte waarop de bewolking ontstaan is. Kleinere cumuluswolken noemt men ook wel ‘mooiweerwolken’, omdat ze zich ontwikkkelen bij zonnig en helder weer. Als ze zich verder ontwikkelen of uitspreiden in horizontale richting, is het met de zon gedaan. Regen valt er echter pas als de cumulus verder doorgroeit tot een cumuloniombus.

Definitie

Afzonderlijke, over het algemeen dichte wolken met scherpe omtrekken, die zich in verticale richting ontwikkelen in de vorm van kopjes, koepels of torens waarvan het bovenste, opbollende gedeelte dikwijls op een bloemkool lijkt. De door de zon beschenen delen van deze wolken zijn meestal verblindend wit; hun onderzijde is betrekkelijk donker en vrijwel horizontaal. Soms ziet Cumulus er gerafeld uit. wolkenatlasnl-cu-hum

 Ontstaanswijze

Cumulus ontwikkelt zich in plaatselijk stijgende luchtstromingen die ontstaan, wanneer het temperatuurverval in de onderste luchtlagen voldoende groot is. Een dergelijk verval komt meestal tot stand door contact van de lucht met een warmer aardoppervlak (koude massa). Voordat Cumulus zich op wijze vormt zijn dikwijls nevelige plekken te zien, waaruit zich de wolken ontwikkelen. Cumulus kan ook ontstaan uit Altocumulus, Stratocumulus of Stratus; het laatste doet zich vaak in de ochtend boven land voor.

Gerafelde Cumulus van het slechtweer type (pannus) ontstaat soms onder Altostratus, Nimbostratus, Cumulonimbus of onder een goed ontwikkelde Cumulus, waaruit neerslag valt.

Samenstelling en uiterlijk

wolkenatlasnl-cu-fractusCumulus bestaat in hoofdzaak uit waterdruppeltjes; in die delen van de wolk, waarin de temperatuur aanzienlijk beneden 0 °C is, kunnen ook ijskristallen voorkomen.  Cumuluswolken kunnen op grond van hun verticale afmetingen in drie klassen worden ingedeeld. De wolken met de kleinste afmetingen zien er afgeplat uit (Cu humilis) of hebben sterk gerafelde randen (Cu fractus) en omtrekken, die voortdurend en dikwijls zeer snel veranderen.<br />     De wolken van de middelste groep hebben kleine uitstulpingen (Cu mediocris), terwijl de wolken met de grootste verticale afmetingen een sterk opbollende bovenkant bezitten, die vaak gelijkt op een bloemkool (Cu congestus). Al deze wolkenvormen kunnen op een zelfde tijdstip voorkomen. Bij snel groeiende wolken is soms een pileus waar te nemen. Cumuluswolken, in het bijzonder die van de middelste groep, zijn soms gerangschikt in rijen, vrijwel evenwijdig aan de windrichting (variëteit radiatus – wolkenstraten).  Uit Cumuluswolken met aanzienlijke verticale ontwikkeling kan soms neerslag vallen; in de tropen valt uit deze wolken vaak overvloedige regen in de vorm van buien.

Voornaamste verschillen

wolkenatlasnl-cucong Tussen Cumulus en daarop gelijkende wolken uit andere wolkengeslachten. Kleine Cumuluswolken kunnen zo talrijk zijn en zo dicht naast elkaar voorkomen, dat zij gelijken op een Stratocumulus- of Altocumuluslaag, vooral wanneer zij dicht bij de horizon worden waargenomen. Deze wolken moeten als Cumulus worden beschouwd, zolang hun koepelvormige toppen zichtbaar blijven en hun bases niet zijn samengesmolten.     Als een zeer grote Cumuluswolk, waaruit neerslag valt, zich boven de waarnemer bevindt, kan deze wolk voor Altostratus of Nimbostratus worden aangezien. Het karakter van de neerslag kan dan een hulpmiddel zijn om de Cumulus van laatstgenoemde wolken te onderscheiden; als de neerslag een buiïg karakter heeft, is de wolk een Cumulus. Aangezien Cumulonimbus gewoonlijk uit Cumulus ontstaat, is het soms moeilijk Cumulus met aanzienlijke verticale afmeting te onderscheiden van Cumulonimbus. De wolk moet Cumulus worden genoemd, zolang de uitgroeiende bovenste gedeelten overal scherp omlijnd en niet vezelachtig of gestreept zijn. wolkenatlasnl-cu-medio-raditus Indien het niet mogelijk is op grond van andere criteria te beslissen of de wolk een Cumulus of Cumulonimbus is, moet deze volgens afspraak Cumulus worden genoemd, wanneer hij niet vergezeld gaat van bliksem, donder of hagel. Gerafelde Cumulus is te onderscheiden van rafelige Stratus, doordat hij een grotere verticale afmeting bezit en gewoonlijk witter en minder doorschijnend is. Verder heeft gerafelde Cumulus soms ronde of koepelvormige toppen, die altijd ontbreken bij rafelige Stratus.

Voorspellende waarde:

Cumulus duidt op stabiel, helder, zonnig en droog weer. Na een koufrontpassage wil cumulus nog wel eens snel toenemen. Wanneer cumulus snel een opbollende bovenkant krijgt, kan het uitgroeien tot een buienwolk.


Stratocumulus (Sc):

stratocumulusDeze bewolking is de meest voorkomende in West-Europa en bestaat uit één wolkenlaag waarin vrijwel altijd donkere en lichtere gedeelten afwisselend voorkomen. Soms zijn de elementen met elkaar versmolten en vormen dan een gesloten wolkenlaag. Hoewel deze wolken overwegend uit waterdruppels bestaan, kan het voorkomen dat de randen rafelig zijn. Neerslag zal uit deze bewolking alleen kunnen vallen als het een voldoende dikke laag is, waarbij dan het uiterlijk van de wolk donkergrijs zal zijn. Stratocumulusbewolking kan ontstaan als bijvoorbeeld een mistlaag oplost aan het aardoppervlak, eerst overgaat in stratus (zie verderop), waarna het lijkt alsof de wolkenbasis verder stijgt. De hierbij aanwezige turbulentie zorgt dan voor enige mate van onstabiliteit. Deze bewolking komt ook vaak voor als aan het eind van de dag de onstabiliteit afneemt en daardoor de wolkentoppen van de in de loop van de dag ontstane cumuluswolken inzakken en de wolkenbasis dan wat uitspreidt

Definitie

Grijze of witachtige wolkenbank of wolkenlaag, waarin bijna altijd donkere gedeelten voorkomen; de bank of laag lijkt op een tegelvloer of is samengesteld uit ballen, rollen, enz., die niet vezelachtig zijn (afgezien van virga) en die met elkaar versmolten kunnen zijn.

De meeste regelmatig gerangschikte, kleine elementen hebben een schijnbare afmeting van meer dan vijf graden.

Ontstaanswijze

Stratocumulus kan ontstaan uit Altocumulus, wanneer de schijnbare afmetingen van de wolkenelementen toenemen.
Stratocumulus kan zich voorts ontwikkelen als gevolg van optilling van een laag Stratus of door omvorming van Stratus als gevolg van convectie of van golvende bewegingen.

Stratocumulus kan ook ontstaan door het breken van Nimbostratus.
Zeer dikwijls ontstaat Stratocumulus door het uitspreiden van het bovenste of middelste gedeelte van Cumulus of Cumulonimbus.
Stratocumulus ontwikkelt zich eveneens uit Cumuluswolken wanneer deze ineenzakken, hetgeen dikwijls laat in de middag of s’avonds gebeurt.

Stratocumulus vormt zich niet altijd uit reeds bestaande wolken. Turbulentie en convectie kunnen leiden tot de vorming van Stratocumulus onder een inversie. Ook kan Stratocumulus zich onder Altostratus of, minder zelden, onder Nimbostratus vormen als gevolg van het verdampen van neerslag.

Samenstelling en uiterlijk

stratocumulus

Stratocumulus bestaat uit waterdruppeltjes; er komen soms regendruppels of korrelsneeuw in voor, in zeldzamer gevallen sneeuwkristallen en sneeuwvlokken.

Meestal heeft Stratocumulus de vorm van een laag of een bank, samengesteld uit elementen gelijkend op die van Altocumulus, maar op een lager niveau daardoor schijnbaar groter (Sc stratiformis); afmeting, dikte en vorm van de wolkenelementen lopen sterk uiteen.
Soms komen de elementen in de vorm van evenwijdige rollen voor, die door open stroken gescheiden kunnen zijn (variëteit undulatus).
Een enkele maal, en wel voornamelijk in de tropen, heeft Stratocumulus de vorm van een grote rol (rolwolk).
Zeer zelden vertoont Stratocumulus min of meer regelmatig gerangschikte ronde gaten, vele met gerafelde randen; de wolk heeft dan het uiterlijk van een net of een honingraat (variëteit lacunosus).
Men neemt dikwijls Stratocumuluslagen waar, op twee of meer niveaus (variëteit duplicatus).
In zeldzame gevallen heeft Stratocumulus de vorm van langgerekte lens- of amandelvormige schollen of banken met scherpe omlijning (Sc lenticularis) of van torentjes die van een gemeenschappelijke horizontale basis oprijzen (Sc castellanus).
De doorschijnendheid van Stratocumuluswolken loopt sterk uiteen. Soms is het grootste gedeelte van de wolk voldoende dun om te kunnen zien waar de zon of de maan staat (variëteit translucidus); in andere gevallen is de wolk zo ondoorschijnend dat de zon er geheel achter schuil gaat (variëteit opacus).
De onderkant van ondoorschijnende Stratocumuluslagen bezit dikwijls een onregelmatig reliëf, waarin de vormen van de afzonderlijke elementen zich duidelijk aftekenen.
Uit Stratocumulus valt soms lichte neerslag in de vorm van regen, sneeuw of korrelsneeuw.
Bij zeer koud weer kunnen uit Stratocumulus talrijke ijskristallen vallen, die valstrepen vormen, waarin haloverschijnselen zichtbaar kunnen zijn. In dunne Stratocumulus wordt soms een krans of paarlemoeren glans waargenomen.

Voornaamste verschillen

Tussen Stratocumulus en andere daarop gelijkende wolken uit andere wolkengeslachten.Stratocumulus kan bij zeer lage temperatuur vergezeld gaan van talrijke valstrepen, die uit ijskristallen bestaan, waarin soms een halo te zien is. Een dergelijke Stratocumulus is niettemin te onderscheiden van Cirrostratus door het feit dat er nog steeds afzonderlijke elementen in de vorm van ballen, rollen, enz. in zichtbaar zijn. Bovendien is Stratocumulus minder doorschijnend dan Cirrostratus.
Stratocumulus kan soms verward worden met Altocumulus, die donkere gedeelten bezit. Indien de meeste van de regelmatig gerangschikte elementen, wanneer zij op een hoogte van meer dan 30 graden boven de horizon worden waargenomen, een schijnbare afmeting hebben van meer dan 5 graden, is de wolk Stratocumulus.

Stratocumulus enerzijds en Altostratus, Nimbostratus en Stratus anderzijds zijn van elkaar te onderscheiden doordat er in Stratocumulus altijd nog afzonderlijke wolkenelementen zijn op te merken. Bovendien heeft Stratocumulus, in tegenstelling tot Altostratus, nooit een vezelachtig uiterlijk, behalve bij zeer lage temperatuur. Soms verschaffen in aanvulling op bovengenoemde criteria, het karakter van de neerslag en de aard van de neerslagdeeltjes enige aanwijzing omtrent de identiteit van de wolk; neerslag uit Stratocumulus is altijd licht.

Stratocumulus verschilt van Cumulus doordat de elementen van Stratocumulus gewoonlijk in groepen of banken voorkomen en in het algemeen een vlakke bovenkant hebben. Indien de bovenkant van Stratocumulus echter koepelvormige toppen vertoont, rijzen deze, in tegenstelling tot de toppen van Cumulus, uit een aaneengesloten basislaag op.

Voorspellende waarde:

Stratocumulus bewolking markeert meestal een inversie, wanneer cumulus overdag uitspreidt. Cumuluswolken zijn dikwijls gelijktijdig aanwezig. Wanneer stratocumulus niet gevormd wordt door uitspreidende cumulus, dan duidt dit meestal op mooi en standvastig weer. Dit weertype is vaak van lange duur.


Altocumulus (Ac):

altocumulusEen altocumulus is een wolk die op middelbare hoogte voorkomt (2 tot 6 kilometer hoogte).
De bewolking bestaat vaak uit banken of velden grote schaapjeswolken soms met een golfvormige structuur (undulatus). Ze ontstaan wanneer op grote hoogte koudere lucht binnenstroomt en ook dan loopt het vaak uit op neerslag. Soms hebben de wolken het uiterlijk van een rij torentjes van een kasteel (castellanus). Meestal is dat een voorbode van onweer, al kan de bewolking eerst weer een aantal uren verdwijnen. Soms hebben deze wolken een vlokachtige structuur (floccus), maar ook dan volgt slechter weer en zijn de onweerskansen groot. Heel opvallend zijn deze wolken als ze lensvormige structuur hebben (lenticularis). Dat gebeurt vooral in de buurt van bergen waar het hard waait.

Definitie

Witte of grijze wolkenbank of wolkenlaag, in het algemeen met schaduwing, bestaande uit stroken, min of meer afgeplatte ballen, rollen, enz., die soms voor een deel een vezelachtig uiterlijk hebben of geen structuur vertonen en die al af of niet gescheiden zijn; de meest regelmatig gerangschikte kleine elementen hebben gewoonlijk een schijnbare afmeting tussen één en vijf graden.

Ontstaanswijze

Altocumulus komt vaak voor aan de rand van wolkenlagen, die bij langzame stijging van een uitgebreide luchtlaag ontstaan.
Altocumulus kan zich ook vormen door turbulentie of convectie in de middelste etage.
wolkenatlasnl-ac-floccusAltocumulus kan eveneens ontstaan wanneer tenminste enkele elementen van een Cirrocumulusveld groter of dikker worden of wanneer de elementen van een laag Stratocumulus kleiner worden of door het opbreken van Altostratus of Nimbostratus.
Ook het uitspreiden van Cumulus- of Cumulonimbuswolken kan tot het ontstaan van Altocumulus leiden. Altocumulus in de vorm van lenzen of amandelen ontstaat gewoonlijk in een vochtige luchtlaag bij stijgende bewegingen tengevolge van het reliëf van het terrein.

Samenstelling en uiterlijk

wolkenatlasnl-ac-undulatus-radiatusAltocumulus bestaat, althans voor het grootste gedeelte, vrijwel steeds uit waterdruppeltjes; bij zeer lage temperaturen komen er ijskristallen in voor.
Altocumulus komt meestal voor als een laag of een uitgestrekte bank, samengesteld uit elementen (wolkjes), die vrij regelmatig zijn gerangschikt (Ac stratiformis). Soms verschijnen de wolkjes in langgerekte evenwijdige rollen (variëteit undulatus), die duidelijk van elkaar gescheiden zijn door open banen.

In zeer zeldzame gevallen vertoont een Altocumulusveld kleine, min of meer regelmatig gerangschikte ronde gaten, die voor het merendeel gerafelde randen hebben en de wolk het uiterlijk geven van een netwerk of een honingraat (variëteit lacunosus).
Altocumulusvelden komen vaak tegelijkertijd op twee of meer niveaus voor (variëteit duplicatus).
Altocumulus wordt eveneens waargenomen in de vorm van lens- of amandelvormige schollen of banken, die vaak zeer langgerekt zijn en scherpe omtrekken bezitten (Ac lenticularis). Deze schollen of banken kunnen zowel uit kleine elementen zijn samengesteld, die dan dicht opeen zijn gegroepeerd, of uit een min of meer effen geheel bestaan. In het laatste geval zijn de wolken duidelijk geschaduwd.

Minder vaak verschijnt Altocumulus in de vorm van geïsoleerde toefjes, waarvan de onderkant er enigszins rafelig uitziet; deze wolken gaan dikwijls vergezeld van vezelachtige valstrepen (Ac floccus).
Een andere, even zeldzame vorm van Altocumulus heeft het uiterlijk van een rij torentjes, die van een gemeenschappelijke horizontale basis oprijzen (Ac castellanus).

wolkenatlasnl-ac-lenticularisDe doorschijnendheid van Altocumuluswolken kan sterk uiteenlopen. In sommige gevallen zou de plaats van de zon door het grootste deel van de wolk kunnen worden waargenomen (variëteit translucidus); in andere gevallen is de wolk zo ondoorschijnend, dat de zon er geheel achter schuil gaat (variëteit opacus).
De onderkant van ondoorschijnende Altocumulusvelden bezit dikwijls een regelmatig reliëf, waarin de vormen van de afzonderlijke elementen zich duidelijk aftekenen.
Altocumuluswolken vertonen bijna altijd enige schaduwing. Een krans of paarlemoeren glans (irisatie) wordt veelvuldig in Altocumulus waargenomen. In ijskristallen die uit Altocumulus vallen, kunnen soms haloverschijnselen in de vorm van bijzonnen of lichtzuilen worden waargenomen.

Voornaamste verschillen

Tussen Altocumulus en andere wolkensoorten van daarop gelijkende geslachten.
Uit Altocumuluswolken ontstaan soms valstrepen met een vezelachtig uiterlijk (virga). Wanneer dit het geval is, zijn de wolken, zolang een gedeelte ervan geen vezelachtig uiterlijk of een zijdeachtige glans vertoont, te beschouwen als Altocumulus en niet als Cirrus.
Altocumulus kan soms met Cirrocumulus worden verward. In twijfelgevallen zijn de wolken per definitie Altocumulus, indien er schaduwing in is waar te nemen, zelfs als de elementen een schijnbare afmeting van minder dan één graad hebben.
Wolken zonder schaduwing zijn per definitie Altocumulus, indien het merendeel der regelmatig gerangschikte elementen, wanneer zij op een hoogte van meer dan 30 graden boven de horizon worden waargenomen, een schijnbare afmeting heeft tussen één en vijf graden.
Een laag Altocumulus kan soms worden verward met Altostratus; in twijfelgevallen worden wolken Altocumulus genoemd, indien er enige aanwijzing bestaat voor de aanwezigheid van elementen, die op tegels, rollen, ballen, enz. lijken.
wolkenatlasnl-ac-castellanus
Altocumulus met donkere gedeelten kan soms worden verward met Stratocumulus. Indien het merendeel van de regelmatig gerangschikte elementen, wanneer zij op een hoogte van meer dan 30 graden boven de horizon worden waargenomen, een schijnbare afmeting heeft van één tot vijf graden, is de wolk Altocumulus.
Altocumulus, voorkomend in verspreide toefjes, kan worden verward met kleine Cumulusvelden; de Altocumulustoefjes vertonen echter vaak vezelachtige valstrepen (virga) en zijn bovendien voor het merendeel kleiner dan dergelijke Cumulusvelden.

Voorspellende waarde:

Wanneer altocumulus restanten zijn van een oude storing, dan duidt deze bewolking vaak op mooi weer. Door de invloed van een naderend hogedrukgebied is dit type bewolking dan aan oplossing onderhevig. Wanneer altocumulus gevormd wordt door uitbreidende cumulus, dan kan er binnen niet al te lange tijd een trog passeren. Daarachter klaart het vaak weer op. Altocumulus kan ook bestaan uit twee of meerdere lagen. Indien het zich uitbreidt en de zon er niet meer doorheen komt, dan volgt een regenstoring. Tijdens onstabiel weer krijgt altocumulus vaak de vorm van torentjes of kantelen. Vooral bij warm zomerweer is dit vaak een voorbode van een onweersstoring.


Cumulonimbus (Cb):

cumulonimbusDe cumulonimbus of donderwolk is een soort wolk die zeer hoog en dicht kan zijn. Zoals de naam aangeeft treedt deze wolk op bij onweer. De cumulonimbus kan tot meer dan 15 kilometer hoogte in de atmosfeer uitgroeien en krijgt op grote hoogte een paddestoelvormig uiterlijk. De wolken kunnen zich alleen vormen, in clusters of langs een front. De gewone cumulus is de bekende stapelwolk.

Een cumulonimbus wolk kan ontstaan als de volgende ingrediënten aanwezig zijn:

  • Veel vocht in de lucht
  • Een massa van warme, onstabiele lucht
  • Een bron van energie die de warme lucht snel omhoog stuwt.

Meestal vormen deze wolken zich langs een weerfront, langs oceanen waar de zeewind energie levert aan de opstijgende lucht, of bij bergen waar de lucht omhoog geduwd wordt. Door de opstijgende warme lucht condenseert de waterdamp, waarbij warmte vrijkomt. Door de opstijging koelen de warterdruppels verder af tot ijskristallen. Als de zwaartekracht de overhand krijgt, gaan deze kristallen vallen, waardoor er een neerwaartse beweging ontstaat, naast de nog steeds opstijgende warmere lucht. Juist deze sterke luchtbewegingen in verschillende richtingen zijn er de oorzaak van dat cumulonimbuswolken een gevaar voor de luchtvaart vormen.

Definitie

Zware en dichte wolk van aanzienlijke verticale afmeting, in de vorm van een berg of van een groep hoog oprijzende torens. Zijn bovenzijde is gewoonlijk, althans ten dele, effen of vezelachtig of streperig, en bijna altijd afgeplat; dit gedeelte spreidt zich vaak uit in de vorm van een aambeeld of een omvangrijke pluim.
Onder de basis van de wolk, die dikwijls zeer donker is, bevinden zich lage wolkenflarden, die er al of niet mee zijn versmolten, en er zijn soms valstrepen (virga) te zien.

Ontstaanswijze

Cumulonimbus ontstaat gewoonlijk uit grote, goedontwikkelde Cumuluswolken.
De omstandigheden waaronder Cumulonimbuswolken voorkomen zijn daarom gelijk aan die, welke gunstig zijn voor de ontwikkeling van Cumulus.

Cumulonimbus ontwikkelt zich soms uit Altocumulus of Stratocumulus, waarvan de bovenste gedeelten torenvormige uitstulpingen vertonen; in het eerste geval ligt de basis van de Cumulonimbus opmerkelijk hoog.

Cumulonimbus kan ook ontstaan uit Altostratus of Nimbostratus.

Samenstelling en uiterlijk

Cumulonimbus bestaat uit waterdruppeltjes en, voornamelijk in het bovenste gedeelte, uit ijskristallen. Er komen ook grote druppels in voor en dikwijls sneeuwvlokken, korrelsneeuw, korrelhagel of hagelstenen.
De waterdruppeltjes en de regendruppels kunnen ver onderkoeld zijn.
wolkenatlasnl-cb-capillatus
De Horizontale en verticale afmetingen van Cumulonimbus zijn zo groot, dat de dat de karakteristieke vorm van de gehele wolk slechts op grote afstand kan worden waargenomen.
Wanneer Cumulonimbus zich uit Cumulus ontwikkelt, vertoont de wolk aanvankelijk vaak afgeronde koppen, ondanks het feit dat de bovenkant zijn scherpe omtrekken begint te verliezen (Cb Calvus). Bij snel groeiende wolken is soms een pileus waar te nemen.

Later gaat het bovenste gedeelte geheel over in een vezelachtige of streperige massa, die dikwijls de vorm van een aambeeld aanneemt (Cb capillatus); bij zeer lage temperaturen kan de vezelachtige structuur zich over de gehele wolkenmassa uitbreiden.
wolkenatlasnl-cb-calvusSoms gaat het bovenste gedeelte van een Cumulonimbus over in Altostratus of Nimbostratus. Cumulonimbuswolken kunnen geïsoleerd voorkomen of in een aaneengesloten rij, die op een zeer lange muur lijkt.
Wanneer de wolk zich boven de waarnemer bevindt, is als gevolg van de uitgestrektheid van de wolkenbasis of door de aanwezigheid van lage rafelige wolken (pannus) de karakteristieke vorm van het bovenste gedeelte niet meer te zien. Soms bevindt een Cumulonimbuswolk zich geheel binnen de wolkenmassa van Altostratus of Nimbostratus.
De donkere, dreigende of zelfs schrikaanjagende indruk, die een Cumulonimbus kan geven, wordt gewoonlijk versterkt door bliksem en donder, door hevige regen, sneeuw en hagel en door windstoten en minder vaak door naar beneden hangende uitstulpingen (mammatus), door een horizontale rolvormige wolk (arcus) of door een windhoos (tuba).

Voornaamste verschillen

Tussen Cumulonimbus en daarop gelijkende wolken uit andere wolkengeslachten.Als Cumulonimbus een groot gedeelte van de hemel bedekt, kan hij gemakkelijk worden verward met Nimbostratus, vooral wanneer de benaming van de wolk uitsluitend wordt vastgelegd op grond van het uiterlijk van de onderzijde. In dit geval kan het karakter van de neerslag een hulpmiddel zijn om Cumulonimbus van Nimbostratus te onderscheiden.wolkenatlasnl-cb-tuba
Wanneer de neerslag buiïg karakter heeft of vergezeld gaat van bliksem, donder of hagel, is de wolk volgens afspraak Cumulonimbus.
Soms ziet een Cumulonimbuswolk er ongeveer hetzelfde uit als een grote goed-ontwikkelde Cumulus. Een dergelijke wolk moet Cumulonimbus worden genoemd, zodra tenminste een deel van de top zijn scherpe omtrekken verliest of een vezelachtig of streperig uiterlijk verkrijgt. Als het op grond van deze criteria niet mogelijk is te beslissen of de wolk een Cumulonimbus is of een Cumulus, moet deze volgens afspraak Cumulonimbus worden genoemd wanneer hij vergezeld gaat van bliksem, donder of hagel.

Voorspellende waarde:

Cumulonimbus geeft neerslag. Het is geen langdurig regenval, maar in de vorm van buien. Sommige exemplaren kunnen uitgroeien tot flinke onweersbuien. Cumulonimbus met aambeeld staat vaak garant voor heftige buien. Dit gaat dikwijls gepaard met hagel, onweer en windstoten. Dit gebeurt door het naderen van een “koude put” in de bovenlucht of het dichterbij komen van een trog.


Stratus (St):

stratusStratus komt hoofdzakelijk voor nabij het aardoppervlak. Soms zelfs bevindt de basis zich op het aardoppervlak en is er mist. Doordat deze bewolking dicht bij het aardoppervlak voorkomt, bestaat ze meestal uit waterdruppeltjes. Alleen als de temperatuur in de wintermaanden ver beneden het vriespunt ligt, bestaat de wolk soms uit ijskristallen. Het uiterlijk van de wolk is een gelaagde grijs wolkendek waarin vrijwel geen structuur valt te ontdekken. In het algemeen geldt: hoe donkerder de wolk, des te groter de kans op wat neerslag. Veel valt er niet uit; het zal hoofdzakelijk licht motregenen, of – in de winter – motsneeuwen. Soms is de bewolking zo dun dat de zon door deze wolk heen te zien is; neerslag is dan uitgesloten. Het ontstaan van mist is in hoofdstuk 7 al aan bod gekomen; stratus kan ontstaan als de mist, als gevolg van opwarming van het aardoppervlak, optrekt. Stratus ontstaat ook als in mistsituaties de wind aantrekt, waardoor er menging van lucht plaatsvindt. Ook ontstaat stratus nabij het aardoppervlak (tot ongeveer 300 m. hoogte) als gevolg van het samenspel van verdamping en condensatie wanneer uit een dikke wolkenlaag neerslag valt door een minder vochtige luchtlaag.

Definitie

Een over het algemeen grijze wolkenlaag met een tamelijk egale onderzijde waaruit motregen, sneeuw of motsneeuw kan vallen.
Als de zon door de wolk heen te zien is, is zijn omtrek duidelijk zichtbaar.
In Stratus ontstaan geen haloverschijnselen, behalve soms bij zeer lage temperaturen.
Stratus kan zich ook in de vorm van flarden voordoen.

 

Ontstaanswijze

Een gesloten Stratuslaag kan zich vormen als gevolg van de afkoeling der onderste luchtlagen.
Tijdens het ontstaan of bij het oplossen van een Stratuslaag kunnen flarden of slierten van Stratus voorkomen.
wolkenatlasnl-stfractus
Rafelige Stratuswolken kunnen zich ook als begeleidende wolken (pannus) bij Altostratus, Nimbostratus, Cumulonimbus of Cumulus ontwikkelen als gevolg van turbulente bewegingen in lucht waarvan de vochtigheid is toegenomen door verdamping van de neerslag, die uit laatstgenoemde wolken valt.
Stratus kan zich uit Stratocumulus ontwikkelen. Dit geschiedt wanneer de basis van de Stratocumulus lager wordt of wanneer het reliëf ervan of de duidelijke onderverdeling in elementen verloren gaat.
Stratus ontstaat dikwijls wanneer mist als gevolg van verwarming van het aardoppervlak of als gevolg van een toeneming van de wind optrekt.
Zeemist die met oplandige wind het kustgebied binnendrijft, kan boven land in Stratus overgaan.

Samenstelling en uiterlijk

Stratus bestaat gewoonlijk uit waterdruppeltjes.
Bij lage temperatuur kan de wolk ook uit ijsdeeltjes bestaan. Dichte of dikke Stratus bevat dikwijls druppeltjes van motregen en soms sneeuw of motsneeuw.
In zijn meest algemene vorm komt Stratus voor als een nevelige, grijze en tamelijk gelijkmatige laag, waarvan de onderkant zich dikwijls op zo geringe hoogte bevindt, dat de bovenste gedeelten van heuvels of van hoge gebouwen erdoor aan het oog onttrokken worden (St nebulosus).

De wolk kan zo dun zijn dat de zon of maan met scherpe rand zichtbaar is (variëteit translucidus); vaker is de wolk echter voldoende ondoorschijnend om de zon of de maan geheel aan het oog te onttrekken (variëteit opacus).
In sommige gevallen heeft de wolk een somber of zelfs dreigend uiterlijk.
De onderkant van Stratus is gewoonlijk scherp begrensd en kan een lichte golving vertonen (variëteit undulatus). Stratus wordt soms waargenomen in flarden van verschillende afmeting en helderheid, die min of meer aaneengesloten zijn (St fractus), of in rafelige slierten die snel van vorm veranderen (St fractus).
In zeer dunne Stratus is een krans om de zon of maan zichtbaar.
Bij lage temperatuur is soms een halo waar te nemen.
Neerslag uit Stratus, die de grond bereikt, valt in de vorm van motregen, sneeuw of motsneeuw.
In zeer zeldzame gevallen kan een Kelvin-Helmholtz golfwolk worden waargenomen.

Voornaamste verschillen

Tussen Stratus en gelijkende wolken uit andere wolkengeslachten.
In sommige gevallen kan Stratus, onder invloed van de wind, plaatselijk de vorm aannemen van grove vezelachtige slierten, welke van draderige Cirrus verschillen doordat zij veel minder wit zijn; zij zijn bovendien niet zo ijl en veranderen gewoonlijk snel van vorm.
Een dunne laag Stratus kan met Cirrostratus worden verward. Stratus is echter niet volkomen wit, behalve indien waargenomen in de richting van de zon.
wolkenatlasnl-st-nebul
Stratus onderscheidt zich van Altostratus door het feit dat Stratus de omtrek van de zon niet vervaagt (geen matglaseffect).
Stratus is van Stratocumulus te onderscheiden door het feit dat er bij Stratus geen enkele aanwijzing is voor de aanwezigheid van afzonderlijke elementen. Rafelige slierten van Stratus zijn van Cumulusflarden te onderscheiden doordat de eerste minder wit en minder dicht zijn; Stratus heeft voorts een kleinere verticale afmeting. Een dikke laag Stratus kan met Nimbostratus worden verward.

De volgende criteria kunnen worden gebruikt om een onderscheid te maken tussen deze twee wolkengeslachten:

1) In het algemeen heeft Stratus een scherper begrensde en gelijkmatiger basis dan Nimbostratus. Bovendien heeft Stratus een ‘droog’ uiterlijk, dat sterk verschilt van het ‘natte’ uiterlijk van Nimbostratus.

2) Door een betrekkelijk dunne laag Stratus is de omtrek van de zon of de maan duidelijk te zien; Nimbostratus onttrekt deze hemellichamen geheel aan het oog.

3) Wanneer uit de waargenomen wolk neerslag valt, is het betrekkelijk eenvoudig Stratus van Nimbostratus te onderscheiden, indien men bedenkt dat uit Stratus slechts lichte motregen, sneeuw of motsneeuw kan vallen, terwijl uit Nimbostratus bijna altijd regen, sneeuw, korrelhagel of ijsregen valt. Het onderscheid is moeilijker, wanneer neerslag uit een hogere wolk door een laag Stratus heen valt. In dit geval gelijkt een donkere en gelijkmatige Stratuslaag sterk op Nimbostratus, waarmee hij zeer gemakkelijk kan worden verward.

4) Stratus komt meer voor tijdens windstilte of bij zwakke wind dan bij sterke wind, terwijl Nimbostratus gewoonlijk vergezeld gaat van matige of krachtige wind. Dit verschil alleen is echter niet voldoende voor het maken van een onderscheid.

5) Voordat een dikke laag Stratus ontstaat of komt opzetten, zijn meestal geen andere wolken in de onderste of middelste etage aanwezig. Nimbostratus daarentegen wordt bijna altijd voorafgegaan door andere wolken, gewoonlijk in de middelste etage, of hij ontwikkelt zich uit een reeds bestaande bewolking.

Voorspellende waarde:

Stratus produceert vaak niet meer dan wat lichte regen, motregen, ijsnaalden of motsneeuw. Deze bewolking gaat gepaard met cumulus fractus in geval van naderend slecht weer.


Altostratus (As):

altostratusDe altostratus is een egaal grijsachtig wolkentype. Die bewolking ontstaat op de grens tussen koude en warmer lucht, waarbij de warme lucht over de zwaardere koude lucht schuift. Duitse meteorologen noemen dat proces “Eintrübung”. Eerst is de omtrek van de zon of de maan er nog doorheen te zien (translucidus), maar meestal wordt de bewolking snel dichter, verdwijnt de zon en zet de neerslag in (opacus). Soms komt deze bewolking in verschillende lagen voor (duplicatus). Deze wolk kan overgaan in de nimbostratus.

.

Definitie

Wolkenveld of wolkenlaag met een grauwe of blauwachtige tint en een streperig, vezelachtig of effen uiterlijk, geheel of gedeeltelijk de hemel bedekkend, waarvan sommige gedeelten dun genoeg zijn om de zon er vaag, als door een matglas, door te kunnen zien.
In Altostratus komen geen haloverschijnselen voor.

Ontstaanswijze

In de meeste gevallen ontstaat Altostratus als gevolg van een langzame stijging van uitgestrekte luchtlagen tot voldoende grote hoogte.
Een sluier van Cirrostratus die geleidelijk dikker wordt, kan in Altostratus overgaan; Altostratus kan ook ontstaan uit een geleidelijk dunner wordende Nimbostratus.
In enkele gevallen ontwikkelt Altostratus zich uit een laag Altocumulus; dit doet zich voor, wanneer ijskristallen op uitgebreide schaal uit Altocumulus vallen.
Soms, voornamelijk in de tropen, ontstaat Altostratus door het uitspreiden van het middelste of het bovenste gedeelte van een Cumulonimbus.

Samenstelling en uiterlijk

Altostratus is samengesteld uit waterdruppeltjes en ijskristallen; de wolk bevat eveneens regendruppels en sneeuwvlokken.
Altostratus heeft altijd een grote horizontale uitgestrektheid (tot honderden kilometers) en een vrij aanzienlijke verticale afmeting (tot enige duizenden meters).

Altostratusbewolking kan uit twee of meer lagen bestaan, die op geringe afstand boven elkaar zijn gelegen en ook wel eens gedeeltelijk met elkaar zijn versmolten (variëteit duplicatus). Soms zijn golvingen of brede evenwijdige banden te zien (variëteit undulatus).
Altostratus is in het algemeen zo dicht, dat de zon zelfs door de dunnere gedeelten slechts vaag, als door een matglas zichtbaar is (variëteit translucidus); de dikkere gedeelten kunnen zo dicht zijn dat de zon er geheel achter schuil gaat (variëteit opacus).

Altostratus is een wolk waaruit neerslag valt, die al of niet de grond bereikt. Soms is deze neerslag te zien in de vorm van valstrepen (virga) onder de wolkenbasis; een enkele maal veroorzaakt de neerslag rafels of buidelvormige uitstulpingen aan de onderkant van de wolk. Neerslag uit Altostratus, die de grond bereikt, valt onafgebroken in de vorm van regen, sneeuw, ijsregen of korrelhagel.
wolkenatlasnl-as-translucidus
Wanneer turbulente luchtlagen onder Altostratus door verdamping voldoende vochtig zijn geworden kunnen zich daarin wolkenflarden (pannus) vormen. In het beginstadium van hun bestaan zijn de pannuswolken klein; zij komen dan slechts verspreid en duidelijk van elkaar gescheiden voor, gewoonlijk op vrij grote afstand onder de basis van Altostratus. Deze afstand neemt in een later stadium, wanneer de Altostratus dikker wordt en de basis lager komt, belangrijk af. Tegelijkertijd worden de pannuswolken groter en talrijker; zij kunnen dan tot een schijnbaar aaneengesloten laag samensmelten.

In 2009 kwam er wat beroering in het wolkenwereldje, toen (Undulatus) Asperatus voorgedragen werd om als aparte soort te worden geclassificeerd. Het zou voor het eerst sinds 1953 zijn dat er een nieuwe wolkenvariant zou worden toegevoegd. Op grond van onderzoek naar het soort weerpatronen waarin de wolken verschijnen werd de variant in 2015 officieel door de Wereld Meteorologische Organisatie aangenomen onder de naam Asperitas (Latijn voor “ruwheid”, “ruigheid”) als een subvariëteit van het wolkengeslacht Altostratus en als zodanig opgenomen in de nieuwe editie van de Internationale Wolkenatlas.

Voornaamste verschillen

Tussen Altostratus en daarop gelijkende wolken uit andere wolkengeslachten.
Altostratuslagen kunnen, in zeldzaam voorkomende gevallen, uiteenvallen in afzonderlijke kleine velden, die voor dichte Cirrus zouden kunnen worden aangezien. Dergelijke Altostratusvelden zijn echter hoofdzakelijk grijs en hebben grotere horizontale afmetingen dan dichte Cirruspartijen.
Een hoge, dunne laag Altostratus kan worden aangezien voor een sluier van Cirrostratus. Soms is het mogelijk de wolk, waarover men in twijfel verkeert, te identificeren door er zich rekenschap van te geven, dat voorwerpen aan de grond bij een Altostratusbewolking geen schaduw hebben en dat de zon door dunne Altostratus vaag, als door een matglas, zichtbaar is. wolkenatlasnl-as-opacus
Indien haloverschijnselen worden waargenomen, is de wolk ongetwijfeld Cirrostratus. In Altostratus komen soms openingen of spleten voor; men moet een dergelijke Altostratus niet verwarren met daarop gelijkende vormen Altocumulus of Stratocumulus.
Wanneer bij duisternis moeilijk kan worden uitgemaakt of een wolk Altostratus dan wel Nimbostratus moet worden genoemd, kiest men volgens afspraak de benaming Altostratus, indien het niet regent of sneeuwt.
Altostratus is van Altocumulus en Stratocumulus te onderscheiden door zijn gelijkmatiger uiterlijk.
Een dikke Altostratus met lage basis onderscheidt zich van een daarop gelijkende Nimbostratus, doordat in Altostratus dunnere gedeelten voorkomen, waardoor de zon vaag zichtbaar is, of zichtbaar zou kunnen zijn. Altostratus heeft ook een lichtere grijze kleur en de onderkant is gewoonlijk minder egaal dan die van Nimbostratus.
Altostratus kan van Stratus worden onderscheiden op grond van het feit, dat de zon door Altostratus vaag, als door een matglas, zichtbaar is. Bovendien is Altostratus nooit wit, hetgeen dunne Stratus wel kan zijn, wanneer deze ongeveer in de richting van de zon wordt waargenomen.

Voorspellende waarde:

Langzaam wordt de bewolking dikker. Er is een weersverslechtering op komst. Mogelijk gaat deze bewolking aan storm vooraf.

 


Nimbostratus (Ns):

nimbostratusDe nimbostratus is een uitgestrekt grijs wolkendek dat zich over de gehele hemel uitstrekt en waaruit onafgebroken neerslag valt. De zon gaat achter het dikke wolkenpakket volledig schuil. Vaak zitten er lage flarden onder (pannus), maar de neerslag houdt pas op wanneer er lichtere plekken in de wolken zichtbaar worden. De regenlucht wordt vaak voorafgegaan door altostratus.

.

Definitie

Grijs, dikwijls donker wolkendek met een onscherp uiterlijk, waaruit vrijwel onophoudelijk regen of sneeuw valt die in de meeste gevallen de grond bereikt.
Het wolkendek is overal dik genoeg om de zon aan het oog te onttrekken.
Onder de eigenlijke Nimbostratus komen vaak lage wolkenflarden voor; deze kunnen met het Nimbostratusdek versmelten.

Ontstaanswijze

In de meeste gevallen ontstaat Nimbostratus als gevolg van de langzame stijging van uitgestrekte luchtlagen tot voldoend grote hoogten.
Nimbostratus kan zich ook uit een dikker wordende Altostratus ontwikkelen; verder kan hij, hoewel zelden, ontstaan uit een geleidelijk dikker wordende laag Stratocumulus of Altocumulus.
Nimbostratus ontstaat soms doordat Cumulonimbuswolken of grote regenende Cumuluswolken zich uitspreiden.

Samenstelling en uiterlijk

Nimbostratus bestaat uit waterdruppeltjes (soms onderkoeld) en regendruppels, uit sneeuwkristallen en sneeuwvlokken, of uit een mengsel van deze vloeibare en vaste deeltjes.
Nimbostratus doet zich gewoonlijk voor als een uitgestrekte, lage, donkergrijze wolkenlaag met een onscherpe basis, waaruit aanhoudend regen, sneeuw of ijsregen valt, die echter de grond niet hoeft te bereiken.
In de tropen kan men Nimbostratus, voornamelijk tijdens korte onderbrekingen van de regen, zien uiteenvallen in afzonderlijke wolkenlagen die zich vervolgens weer snel aaneensluiten.
De onderkant van Nimbostratus is vaak geheel of gedeeltelijk onzichtbaar door de aanwezigheid van lage wolkenflarden (pannus), die aan of onder de basis van de Nimbostratus zijn ontstaan en snel van vorm veranderen. Aanvankelijk bestaan deze pannuswolken uit afzonderlijke elementen; zij kunnen in een later stadium een aaneengesloten laag vormen. Pannus, die een groot deel van de hemel bedekt, dient men niet te verwarren met Nimbostratus.

Voornaamste verschillen

Tussen Nimbostratus en daarop gelijkende wolken van andere wolkengeslachten. Een dunne Nimbostratus kan verward worden met een dikke Altostratus. Nimbostratus heeft een grijze kleur die in het algemeen donkerder is dan die van Altostratus. Volgens de definitie is Nimbostratus overal dik genoeg om de zon (en dus ook de maan) aan het oog te onttrekken, terwijl dit bij Altostratus alleen het geval is in de dikste gedeelten.

wolkenatlasnl-nimbostratus
Wanneer bij duisternis moeilijk kan worden uitgemaakt of een wolk Nimbostratus dan wel Altostratus moet worden genoemd, kiest men volgens afspraak de benaming Nimbostratus wanneer het regent of sneeuwt.
Nimbostratus kan men van een dikke laag Altocumulus of Stratocumulus onderscheiden op grond van het feit, dat de duidelijk herkenbare elementen en de scherpe onderkant, die laatstgenoemde wolken kenmerken, bij Nimbostratus ontbreken.
Nimbostratus is van een dikke laag Stratus te onderscheiden doordat uit Nimbostratus regen, sneeuw of ijsregen valt; uit Stratus kan alleen motregen, sneeuw of motsneeuw vallen.
Bevindt de waarnemer zich onder een wolk die het uiterlijk heeft van Nimbostratus, maar die vergezeld gaat van bliksem, donder of hagel, dan wordt de wolk volgens afspraak Cumulonimbus genoemd.

Voorspellende waarde:

Neerslag laat niet lang me